Wat ik wel meegemaakt heb, misschien toch wel even aardig om te vertellen, dat is in het voorjaar van 1942, op een zondagmiddag in Blokzijl. Er was een luchtgevecht gaande tussen Kuinre en Blokzijl en er werd een vliegtuig neergeschoten. En dat plofte neer in de Noordoostpolder. Dus ja, dat gebeurde zo.
Maar ’s maandags, u weet wel, dan gaat er een praatje van die is daar aangevallen of daar gevallen of zo. Ik dacht, dat wil ik ook wel eens gaan bekijken. Dus daar ben ik ook naar toe geweest, naar die plaats. En daar lag inderdaad een Engelse jager. En ik zie die piloot nog liggen, een jongen van een jaar of 19 of 20. En die lag daar voor dood. Die lag aan de kant in dat vliegtuig. Rood haar had hij, dat weet ik nog wel. En toen gingen voor mij echt de dingen open dat het oorlog was. Dat is eigenlijk altijd in mijn geheugen blijven zitten. Ik zie die jongen altijd nog daar. Zo’n jonge jongen die een jaar of 18, 19 was. Een echte Engelsman, rood haar. En toen drong tot me door de verschrikking van de oorlog.