Toen hier het eerste gewas kwam, koolzaad, kreeg je van die sproeivliegtuigjes, om riet in te zaaien. Die kwamen elke avond bij ons eten. Ik zei altijd: "Jullie moeten het van te voren zeggen hoor, wanneer je komt." Toen zeiden zij:
"Weet je wat? Wij komen een half uur nadat we over komen vliegen."
Maar ze mochten niet boven de bebouwde kom laagvliegen. Dat deden ze echter wel, het waren echte vrijbuiters, die gasten. Dan kwamen ze aanvliegen. Geronk. En vlogen ze vlak over de Meerkoet heen. Dan doken ze zo. En dan wapperden ze twee keer met die vleugels. En die politieagent staat een eindje verderop. Dat zie ik nog zo, naar de lucht te kijken. En die gasten komen een half uur later binnen en wie komt daar binnen stappen? De politie. Zoals je vroeger wel veldwachters had, weet je wel? "Ik moet jullie hebben!" En ze gingen op de bon.