“Boer worden is geen kunst, boer blijven wel”

Prins Bernhard als jager in Zuidelijk Flevoland

Johan van der Kaa kwam in 1965 in dienst van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders als jachtopziener. Hij kreeg in de begintijd te maken met diverse hoogwaardigheidsbekleders die in het ruige Zuidelijk Flevoland kwamen jagen, onder anderen prins Bernhard.

prins bernhard jacht

Jachtbuit: eenden, fazantenhanen, fazantenhennen. In het midden staat prins Bernhard (privécollectie Johan van der Kaa).

Alle rechten voorbehouden

Prins Bernhard kon heel gewoon zijn, hè. Ze kwamen ’s morgens en de drijvers kregen bij wijze van spreken net zo goed een hand als degenen die ze ontvingen. Hij was ook vrij gewoon, ook ten opzichte van ons en hij waardeerde ons vak ook. Hij vroeg wel eens: “Hebben we iets niet goed gedaan?” Ik zei: “Er zijn erbij die het niet goed deden." En toen zei hij een keer: “Ik begrijp er niks van”. Ik zei:

“Nou, één ding, Koninklijke Hoogheid: boer worden is geen kunst, boer blijven wel.”

En toen zat hij me aan te kijken. Hij zei: “Ik heb gehoord wat jij daar zei.” Ik zeg:

“Ik moet [het wild] beschermen voor de nog komende jaren. Dus ik moet ook zorgen dat er nog genoeg overblijft voor je volk. Als je die hanen schiet, vind ik het prima, maar laat die hennen dan een beetje gaan.”

Ik heb met de rijken der aarde moeten werken hier. Dat waren geen kleine jongens die hier kwamen. Poeh! Dan moet je denken aan [Aristoteles] Onassis en dat soort mensen. Van de Vlaamse Bank kwamen ze mee en weet ik veel. Maar goed, dat deed mij niets; ik moest zorgen dat de zaak ’s morgens goed begon en ’s avonds goed eindigde en werd afgerond. En dan viel het doek voor mij.

Bron: Landschapsbeheer Flevoland, interview van Tienke Drost met Johan van der Kaa, 5 maart 2020.

Alle rechten voorbehouden

Media