"Een achtergebleven spulletje"

Het einde van de visserij op Urk - of toch niet?

De afsluiting van de Zuiderzee in 1932 zou volgens velen het einde betekenen van de visserij op Urk. Een aantal Urkers verlieten hun eiland en zochten hun heil elders. Ze kwamen snel terug toen bleek dat er toch nog toekomst was voor de visserij en aanverwante bedrijven. Klaas Luut Koffeman vertelt:

Urkers op Terschelling

Twee Urkers op een duin op Terschelling met de Brandaris op de achtergrond (Museum Batavialand, collectie Willem Baarsen)

Alle rechten voorbehouden

Ja, net vóór de oorlog dachten ze: de Afsluitdijk komt er en die dijk van de Noordoostpolder, dus dat hele visserijgebeuren op Urk verdwijnt en toen zijn er een aantal vissers geweest … een paar Van den Bergen zijn naar Makkum gegaan en de Kramers zijn naar Terschelling toegegaan en er zijn ook een stel Urkers naar IJmuiden toegegaan en er zijn een paar naar Scheveningen gegaan. Maar toen uiteindelijk bleek dat die visserij op Urk helemaal niet verdween en dat het, in tegenstelling tot de rest van Nederland, een geweldig gebeuren werd, toen besloten die Urkers (op een paar na) om weer terug te keren. De Kramers en Van den Bergen zijn later grote reders op Urk geworden.

Dat was een soort gevoel, maar dat werd ook een beetje aangepraat zo van:

"Ja, op Urk is geen toekomst. Je moet zorgen dat je daar vandaan komt. Een achtergebleven spulletje."

Bron: Museum Batavialand te Lelystad, collectie Verhalen Vissen, interview met Klaas Luut Koffeman, 14 oktober 2011

Alle rechten voorbehouden