“Goddank, de aanslag is mislukt!”

Klaas Koffeman, schilder, krantenuitgever en politicus

Klaas Koffeman (1902-1971), de vader van Klaas Luut Koffeman, was schilder van beroep en had als bijnaam 'Klaas de Klad'. Hij was, naast zijn normale werk, ook op andere terreinen actief in de Urker samenleving. Koffeman sr. richtte een eigen partij en zelfs een eigen krant op. Zijn zoon vertelt:

gemeenteraad Urk

Gemeenteraad van Urk na de Tweede Wereldoorlog. Burgemeester Gert Keijzer aan het woord

Alle rechten voorbehouden

Ja, in 1938 kwam burgemeester Keijzer en daarvoor hadden we Gravestein, de man van de sigarenfabriek. Op Urk wilde dat niet erg, het kwam niet van de grond, de economie ging achteruit en de visserij lukt niet erg. Mijn vader was een beetje een vooruitstrevende man, ondanks dat hij schilder was, en die dacht:

“Er moet wat gebeuren! Dat vastgeroeste moet veranderen.”

Toen heeft hij een eigen partij opgericht. Dat was in 1935. In 1935 is het Comité Gemeentebelangen opgericht en dat gebeurde in de scheerwinkel van een vriendje van hem. Die woonde tegenover hem en dat was Johannes Nentjes. Maar die man had altijd een strikje voor en die werd dus ‘de Ober’ genoemd. Dat was zijn bijnaam.

De eerste keer dat ze aan de verkiezingen meededen, toen hadden ze net geen zetel. Maar toen in 1936 deden ze weer mee en toen lukte het en toen kwam mijn vader voor de eerste keer in de gemeenteraad, in 1939 met twee en langzamerhand groeide dat. Die oude partij, de Antirevolutionaire Partij, dat waren notabelen en bekwame mensen, uiteraard, maar die zagen dat helemaal niet zitten. Toen was mijn vader rond de dertig jaar. Als je in de politiek ging of ouderling werd, dan moest al ver over de vijftig zijn. De eerste keer, in 1932 of 1935 lukte het niet, toen stond ook één van de notabelen op de stoep van het gemeentehuis en die zei:

“Goddank, de aanslag is mislukt!”

Hij had nogal wat plannen. [...] Hij heeft een eigen krant opgericht, De oprechte Urker. Dat werd een groot succes. De kwaliteiten van mijn vader waren toch wel een beetje dat hij een ongelofelijk humor had en dat ventileerde hij ook in die krant. Bijvoorbeeld, er was een meneer Hakvoort en die had een bijnaam, de Fluks. Die reed per ongeluk de haven in en dan zette mijn vader in de krant: “De heer Hakvoort is fluks de haven ingereden.” En zo werd dat krantje gevuld.

[Hij was redacteur en uitgever tegelijk]. Ja, dat werd bij in ons huis gedaan. Daar stond de grote stencilmachine. ’s Vrijdagsmiddags werd de krant getypt (met één vinger deed ik dat). Dan was er de stencilmachine en dan vloog de inkt weleens door de kamer heen, maar ’s zaterdagsmorgens om een uur of acht was het hele gebeuren klaar. Dan rukten de troepen uit en dan werd die rondgebracht op Urk. Dat was toch een krant van twaalf tot zestien pagina’s, helemaal gevuld. En had ik een ome Henk, Henk Koffeman, die had een mooie pen en op een glasbak tekende hij de advertenties en die werden verkocht voor een dubbeltje of vijftien cent, maar meestal kwam het geld helemaal niet binnen.

Bron: Museum Batavialand te Lelystad, collectie Verhalen Vissen, interview met Klaas Luut Koffeman, 14 oktober 2011

Alle rechten voorbehouden