Wat ik het meest miste van het oude land? In de winter was het hier vreselijk kaal. En altijd waaien. We hebben vaak gezegd: dat ze hier nou geen bomen planten die groen blijven, zoals dennenbomen enzo. Als we naar het bos wilden, moesten we altijd naar Roggebotse Bos en dan gingen we daar wandelen. Daar had je nog af en toe een groen boompje. Dat was dan in de winter.
Als je dan terug kwam op het oude land, zag dat er heel anders uit. Dan had je toch wel iets van: wat mis ik dit. Maar in de loop van de jaren is dat veranderd. Het is nu zo: ik denk niet dat we nog echt zullen aarden op het oude land. De polder is ons zo dierbaar geworden eigenlijk. We zien van elk jaargetijde de schoonheid in. En de ruimte, het vrije zicht, dat spreekt ons heel erg aan. Vroeger kon je rijden met de auto zonder links of rechts te kijken, bij wijze van spreken.