Wat ik altijd begrepen heb is dat ze dat als twee-oude jongens-krentebrood met elkaar hadden afgesproken:
“Ik word burgemeester van Almere en dan kun jij best Commissaris worden.”
En plotsklaps bleek [...] dat Han Lammers dat zou worden. Toen voelde Hans Gruijters zich wat verraden.
Als ik dit er even bij mag vertellen: een burgemeester wordt voor zes jaar benoemd. Hij was per 1 januari 1980 burgemeester en per 1 januari 1986 moest hij worden herbenoemd. Dat gebeurde dus ook, in december 1985. En Lammers zat hier al, als voorzitter van het Voorbereidend Lichaam. Zijn secretaris belde de secretaresse van Gruijters:
“Kan de burgemeester zoveel december even bij dhr. Lammers komen, om te worden beëdigd, vanwege zijn herbenoeming?”
Ik heb Hans Gruijters nog nooit zo kwaad gezien! “Wat een rotzak!” En dat begreep ik niet van hem: hij dacht niet door! Ik zei tegen hem:
“Jij moet vóór 1 januari 0.00 uur beëdigd worden. Hebben wij een Commissaris van de Koningin vóór 1 januari 0.00 uur?”
“Nee.”
“Nou, dan voorziet de wet instelling gemeente Lelystad erin dat zolang er geen Commissaris is, de minister van Binnenlandse Zaken die taken heeft. Jij moet beëdigd worden door meneer Rietkerk!”
“Verdomd, ja.” Hij liet bellen naar het ministerie.
“Ja, meneer Rietkerk zit in een zomerhuisje of zo, op de Veluwe.”
“Oh. Bel maar op!” En tegen mij:
“Zo, ik ga morgenochtend koffie drinken bij Rietkerk!”
Toen was het ontzaggelijk spannend. Maar het is later bijgelegd. Ik denk dat het na één, anderhalf jaar weer was bijgelegd. Want ze moesten natuurlijk in het kader van de openbare veiligheid, politie en zo, met elkaar optrekken. Dat is toen gebeurd.