"Het waren echt mensen die wat wilden"

Als argument tegen de vorming van een eigen provincie voor de IJsselmeerpolders werd wel eens aangevoerd dat het gebied eigenlijk geen eenheid vormde. Zo zou er een 'cultuurkloof' zijn geweest tussen de Noordoostpolder enerzijds en de Zuidelijke IJsselmeerpolders anderzijds. Voormalig bestuurder Evert Vermeer bestrijdt dit:

Spel zonder grenzen

Team van Lelystad dat deelneemt aan het televisieprogramma Spel zonder grenzen, september 1984 (foto Reny Hutten; Museum Batavialand, Collectie Henk Hutten)

Alle rechten voorbehouden

Na de nota Westen des Lands is in toenemende mate het idee ontstaan dat Oostelijk Flevoland en Zuidelijk Flevoland een functie zouden krijgen bij het opvangen van ontwikkelingen vanuit de Randstad. Daar werd de Noordoostpolder niet in meegenomen. Pas later is gedacht dat die verbinding naar het noorden [er moest komen] en dat je juist daar een omslag, een soort relatie tussen noord en west zou kunnen krijgen. Dat was natuurlijk later ons argument: dit is een gebied dat juist door zijn ontstaan een soort eenheid is, en waar een soort draaipunt zit van noord naar west. Daar kan je een eigen karakteristiek van maken. [...]

Je had daar [in de Noordoostpolder] heel sterk de echte oriëntatie op de landbouw. In Oostelijk en Zuidelijk Flevoland kreeg je meer de stedelijke functies, en kwam er ook wel een ander type mensen binnen, met een andere achtergrond, dat wel. Maar mijn beleving is geweest dat het echt mensen waren die wat wilden. Het waren mensen die de stap durfden maken om naar zo’n nieuw gebied te gaan. Dat is in mijn gevoel erg verbindend geweest.

Ik heb nooit zo’n kloof gevoeld tussen de mensen die vanuit de landbouwhoek kwamen, en de mensen die vanuit andere functies daar kwamen. Die hebben toch wel heel gemeenschappelijk aan de opbouw van de samenleving gewerkt. Nu komt dat misschien door mijn werk, hoor. Ik kwam heel vaak bij de boeren: erfbeplantingen maken, en er praten. [...]

Het waren over het algemeen jonge, inventieve mensen die elkaar kenden en troffen, en die ieder op hun eigen manier de samenleving aan het opbouwen waren. In het onderwijs en de gezondheidszorg werd gezocht naar de opbouw van nieuwe organisaties. Dat moesten wij doen, en dat moesten zij ook doen. Dat werd toch vaak wel vaker gezamenlijk bekeken. In Noordoostpolder waren er toch wel stemmen die zeiden:

"We worden anders een aanhangseltje van een andere provincie, en dat zien we niet zo zitten."

Dat leefde toch wel breder, hoor.

Bron: Museum Batavialand te Lelystad, Project Provinciewording, interview met Evert Vermeer, 19 mei 2011

Alle rechten voorbehouden