Heel opvallend – dat is de periode dat Rietkerk bezig was – was de stemming in het hele gebied, bij gemeenten en bij maatschappelijk organisaties: allemaal onverdeeld. Met als meest boeiende voorbeeld de hoorzitting [...] in Emmeloord van de Vaste Kamercommissie van Binnenlandse Zaken, waar onverdeeld de Flevolandse gemeenten en de organisaties zich voor verklaarden. Toen [Jan] Niers, Commissaris van de Koningin in de provincie Overijssel, en [Harrie] Van Roekel – ten behoeve van de Vaste Kamercommissie kwamen uitleggen dat de provincie Flevoland toch wel een hele vreemde provincie zou zijn, veel duurder zou worden en ik weet niet wat, werden ze gewoon uitgejoeld en kregen ze de hele zaal tegen zich. Ze zaten gewoon voor de Vaste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken in de beklaagdenbank. Dat was niet leuk. Ik heb later Van Roekel, CDA-gedeputeerde, wel eens gezegd – en dat vond hij niet leuk – dat hij één van de Founding Fathers was van de provincie Flevoland. Omdat hij probeerde aan te tonen dat dat niet goed was, hetgeen hem niet lukte. [...]
Na de vergadering van de Kamercommissie had Rietkerk een walk-over in de Tweede Kamer. Ik geloof dat – ik weet het niet meer zo precies – twee of drie mensen in de Tweede Kamer tegen waren. Over het algemeen waren er woordvoerders van de verschillende partijen die wel wat aarzelden, of nog wat vragen hadden… Maar de Tweede Kamer was eigenlijk een makkelijke bijeenkomst.
Er waren dus wel wat vragen, maar de Tweede Kamer, het politiek geweten, had er geen enkel probleem mee. Dat was óf uit overtuiging dat het goed was, óf [...] uit de wetenschap dat er geen alternatief was.