Angst voor beschietingen op de postauto

1 geïnteresseerde

Roelof ter Wee kwam op 16-jarige leeftijd bij de post in dienst. Eén van zijn taken was om op het spatbord van de postauto mee te rijden en de lucht af te speuren naar geallieerde vliegtuigen, die vuurden op alles wat bewoog. Hij vertelt:

Condensstrepen Tweede Wereldoorlog

De strepen in de lucht vormden altijd een prachtig gezicht (Batavialand, collectie G.J. Zwanenburg).

Alle rechten voorbehouden

Vanuit Zwartsluis ging dus een postauto de kampen langs. En dan moest ik voor op het spatbord zitten om te kijken naar vliegtuigen, of we ook beschoten konden worden. Niet altijd, maar toch wel vaak. Als het weer was dat het kon gebeuren. En dan gingen we via Vollenhove, Marknesse, Luttelgeest, Schoterbrug, kamp Emmeloord-Oost en kamp Emmeloord-West, en dan Zwolsevaart, en dan via de pont bij De Voorst gingen we dan weer naar Zwartsluis toe.

In kamp Kadoelen kwamen we het laatste en dan zat er vaak een gasgenerator achter op die auto. Dat heeft geduurd zo’n beetje tot aan november 1944, dat de razzia geweest is. Want daarna was de polder praktisch leeg. Als ik voor op de postauto moest, was ik ook wel es een keer benauwd hoor. Het was denk ik in augustus ongeveer. Toen werd ’s ochtends door de directeur tegen mij gezegd: ga maar mee naar Zwolle. En even later zei hij: ga maar niet mee, want het is mistig. Ze gingen dus zonder mij. Maar die postauto is beschoten tussen Hasselt en Zwolle bij Ruimzicht en daar werd er één doodgeschoten in de auto en de chauffeur was flink gewond. Dus als ik daar voorop gezeten had… Die vliegtuigen kwamen ook nog altijd voor de zon af, dus je zag ze bijna niet.

Bron: Batavialand te Lelystad, interview met Roelof en Annie ter Wee, 23 juni 2009.

Alle rechten voorbehouden