Postbesteller in de nieuwe Noordoostpolder

1 geïnteresseerde

Vanaf 1946 werd alle post voor de Noordoostpolder vanuit Emmeloord besteld. Vanwege de grote afstanden een tijdrovende klus. Postbesteller Roelof ter Wee vertelt:

Noordoostpolder 1946

De Noordoostpolder in 1946 (foto Theo van Haren Noman, Nationaal Archief/Anefo, Public Domain).

Ik had plezier in het werk en je gaf ook niet om de tijd, want je stond gewoon altijd om zeven uur op en dan kwam de post en dat moest je dus in de gang… daar stond een kast en dat moest je dan sorteren en zetten. Dan bracht je het weg en ’s middags had je ook nog een bestelling, tegen vijf uur. Dan had je nog een keer tot zeven uur werk. En soms zat je achter de telefooncentrale, want je had ook nog een telefooncentrale met vijftig abonnees. Die moesten met een stekker doorverbonden worden. Van Zwolle werd er gebeld en dan vroegen ze ‘wie’ en dan moest je daar de stekker insteken. Je kon de gesprekken meeluisteren. Maar dat deed je niet. Nee. Haha, het waren allemaal vaders en moeders die hun kinderen belden. Dat is niet zoals vandaag aan de dag hè. Dat was vrij kort allemaal. En zo kwamen de telegrammen ook binnen en die moest je dus ook verwerken. Ja, en als er een telegram kwam voor kamp Zuidvaart of Zwolsevaart, dan moest ik op de fiets. Ik fietste iedere dag, nou… ik denk wel veertig kilometer.

’s Middags vanaf 1 uur fietste ik de buitenbestelling. De route ging zo: Emmeloord, Kuinreweg met boer Wisse, terug naar de Marknesseweg, naar de Lindeweg met boer Van de Deen en kamp Zwolsevaart. Via de Marknesseweg terug tot aan de Kamperweg, via deze weg naar de Kleiweg met boer Bruinsma, terug naar de Kamperweg, naar de Bomenweg met boer Van de Rieze, via de Bomenweg naar de Nagelerweg. In kamp Zuidvaart dronk ik dan een kopje koffie. Terug naar de Kamperweg en van daar weer naar het kantoor. Daarna volgde tegen vijf uur de tweede bestelling in dorp Emmeloord.

Je stond ’s morgens om 7 uur op en de ene dag werkte je tot 7 uur en ’s middags… ja, je was feitelijk de hele dag een beetje bezig. En als je achter de telefooncentrale zat soms wel meer. Mijn sociale leven in die periode was feitelijk heel weinig. Het groeide allemaal wel, maar je had er ook weinig tijd voor. Je werkte veel. Buitink was getrouwd, dus Riezebos [kantoorhouder] en ik deden vaak ’s avonds de telefooncentrale tot een uur of tien. Appie Post was later de eerste telefoniste. Er waren wel jongens en meiden van mijn leeftijd. Maar er was gewoon nog heel weinig te beleven.

Bron: Batavialand te Lelystad, interview met Roelof en Annie ter Wee, 23 juni 2009.

Alle rechten voorbehouden