Zwaaien naar de Urker kotters vanaf de dijk

Als kind kwam Lia Smit regelmatig op Urk. Om boodschappen te doen of gewoon om wat te fietsen en bij de vuurtoren te kijken. Er was altijd wel iets te zien.

Kotters in de haven van Urk.

Kotters in de haven van Urk. (foto J.U. Potuyt).

Alle rechten voorbehouden

Wij kenden amper kinderen van Urk, waar wij dichtbij woonden, want je ging in Emmeloord op school. Je fietste er regelmatig heen voor boodschappen in winkel of markt. Echter, groente en fruit had je meer dan voldoende in eigen tuin. Al snel was er een diepvries. Zo hadden wij in de winter ook aardbeien of bessen voor van alles wat op zaterdag gebakken werd. Een traktatie waren de kletskoppen en havermoutkoekjes. De opgerolde cake had niet alleen aardbeien of bessen, maar ook een dikke laag slagroom omdat je in de winter toch de stal vol melkkoeien had. Zo was er elke week ook aan tafel iets bijzonders. Er werd een huzarensalade gemaakt of kroketten. De een moest helpen in de keuken. De ander even bijstofzuigen en hier en daar in de huiskamer een stofdoek langs halen en bloemstukjes maken. Je had immers ook een grote bloementuin.

Na school of in de vakantie speelde je alleen met kinderen dicht in de buurt. Ook werd er in de vakantie geruild met familie. Wij waren echter niet zo gecharmeerd van een flat in een grote stad, maar anderen hadden leuke vakanties bij ons op de boerderij. Men bleef het liefst langer dan een week (in ’t weekend werd gewisseld). Ja, daar was ook altijd van alles om te doen. Je leerde hen ook met de dieren omgaan. Het zwembad van Emmeloord was veel te ver voor een duik in het water. Bezoek mocht niet de dijk over, maar dan gingen wij naar het strandje van Urk. Natuurlijk niet op zondag. Als de kotters dan uitvoeren of binnenliepen, klom je snel op de dijk en ging je zwaaien. Prachtig als ze terug zwaaiden.

Je kende wel de namen van winkeliers, zelfs nu nog, en ook van een aantal bewoners. Je ging daar echter nooit naartoe om touwtje te springen of iets anders. Je speelde ook niet na schooltijd met kinderen in Tollebeek, want je ging met de schoolbus naar huis. Wel wist je, omdat het dorp niet zo groot was, precies wie in welk huis woonde, wie ging verhuizen, waar een baby geboren was. Op de speelplaats en in de schoolbus werden veel nieuwtjes uitgewisseld. Ook zag je wie er aardappels ging poten, waar de bieten gerooid werden en dat vertelde je vaak thuis. Aan tafel hoorde je wat er die dag gedaan was of zou gaan gebeuren. Hoogst belangrijk nieuws wanneer de combine zou komen, enz. Uit school eerst thee en in de winter ook vaak chocolademelk (zelf cacao met suiker, eerst even doorroeren en dan de melk uit de melkkoker) met slagroom.

Bron: Batavialand te Lelystad, interview met mevr. A.M.A. Smit-Knook en mevr. L. Smit, 8 juni 2009.

Alle rechten voorbehouden