Het dagelijks menu was rooie kool, witte kool, zuurkool, bruine bonen, mesting. Dat is gestampte bruine bonen met aardappels. Ik noemde het gewapend beton, want het lag zó zwaar op je maag! Dat kun je wel nagaan: aardappels én aardappelmeel door elkaar gekapt. Het eten was dus niet altijd van al te beste kwaliteit.
Het lekkerst is peertjes (stoofpeertjes), met een lekker stukje doorregen koevlees (rundvlees). Ik ben altijd makkelijk geweest, hoor, met de kost. Met die peertjes ben ik onlangs gestopt, maar die heb ik al die jaren gekookt op zondag.