Lelystad was nog één grote rietvlakte

Oostelijk Flevoland was in het begin één kale vlakte, zonder enige beschutting tegen de wind. Wim Meuleman genoot van het uitzicht over de rietvelden, vooral in de herfst.

rietvegetatie

Oostelijk Flevoland. Uitzetten van wegen, tochten en sloten in de hoge rietvegetatie. Uitkijkstoelen, gemonteerd op Bamsetrekker en slede. Uitzetten van een wegas met behulp van een theodoliet. (foto J.U. Potuyt, collectie RIJP).

Alle rechten voorbehouden

Enkel bij het kamp stonden een paar grote bomen die men er in het begin al had neergezet. Verder, dat kun je op deze luchtfoto zien, was het één kale beweging. Je had ook geen beschutting tegen de wind. De koude oostenwind kwam over de kale vlakte. Toen wij hier kwamen was Lelystad nog één grote rietvlakte. Het was wel een schitterend gezicht, vooral in de herfst als de rietpluimen paars werden en de zon opkwam boven het riet. Mijn vrouw had er nog niks van gezien. Die kwam hier helemaal vreemd binnen. De eerste dag was het helemaal mistig en er was niets te zien. Een paar dagen later, toen de mist was opgetrokken, trok ik ’s morgens de gordijnen van de slaapkamer open en zei: "Moet je nou eens zien." Heel in de verte kwam de punt van een boerenschuur boven het riet uit. Ik zei: "Dat is onze overbuurman. Daar moet je geen ruzie mee maken."

Bron: Landschapsbeheer Flevoland, interview met de heer Wim Meuleman door Nico de Jong, 22 februari 2011.

Alle rechten voorbehouden