Transport over de bevroren poldergrond

Strenge winters brengen vaak veel ongemak met zich mee. In de winter van 1941-1942 maakte Piet de Zeeuw van de nood een deugd.

bevroren grond oostelijk flevoland

Oostelijk Flevoland, 1956. Een stuk bevroren grond op een proefveld wordt uitgezaagd (foto J. van der Laan, collectie Directie Wieringermeer).

Alle rechten voorbehouden

In de kavels kwamen greppels voor de afwatering. Maar aan de einden moesten die kunnen afwateren op de sloot en dat was een meter of tien ongeveer. En daar moesten buizen in. Dus die buizen moesten ook op de wagen. Dus dat ging hartstikke makkelijk toentertijd. Dus met de wagen kon je op de bevroren grond rijden, dat was geen enkel probleem. Want ik denk er nog altijd aan, ik denk dat het overdag wel tussen de tien en vijftien graden vroor. En dan moest je met paard en wagen die buizen richting Marknesse brengen.

Ik had van mijn hospita een keurig trommeltje brood meegekregen en drinken kan in die tijd natuurlijk niet. Dus ik dacht, ik zal tussen de middag mijn brood keurig opeten, maar het was hartstikke bevroren. Haha, daar denk ik nog altijd aan terug, zo koud als het toen was, onvoorstelbaar, onvoorstelbaar.

Bron: Landschapsbeheer Flevoland, interview met de heer Piet de Zeeuw door Hillie de Jong, 9 februari 2011.

Alle rechten voorbehouden

Media