Verbod op DDT ging ten koste van de weidevogels

Na 1980 liep het aantal weidevogels sterk terug. Kees Jonker denkt dat dat veroorzaakt werd door het verbod op bepaalde bestrijdingsmiddelen. Er kwamen daardoor meer roofvogels en daar hadden de weidevogels van te lijden.

nest kiekendieven

Noordoostpolder. Nest met jongen van de kiekendief in het natuurreservaat 'Vogeleiland' in het Zwartemeer (fotocollectie RIJP, J.U. Potuyt).

Alle rechten voorbehouden

Ja, de meeste vogels die je overal ziet, die kwamen hier voor. Tot aan 1980 of zoiets kwamen er al veel kievieten voor. Je zag dus op die hoge, droge kavels die hier rond Nagele waren veel kievieten en je zag ook nog al wat jongen en die kwamen groot. Een grote omwenteling is gemaakt op het moment dat DDT en andere koolwaterstoffen verboden werden en dat de roofvogelstand een explosie kreeg ten koste van het andere. […]

In het begin zag je wel roofvogels, maar heel veel minder. Je zag ze wel. Je zag de reiger, ook wat minder als de laatste jaren, maar ze kwamen regelmatig voor. Je zag in het begin meer leeuweriken in de zomer, die zag je later bijna niet meer. Ik denk als gevolg van roofwild, die dus de nestjes op de akkerranden waar ze veel zaten, leeghaalden. En niet te vergeten de katten. Boeren hadden veel katten in die tijd, die hoorden op een boerderij, vooral op de gemengde bedrijven. Die zijn nu wel teruggebracht op normaal, zowat ieder gezin heeft wel een kat, maar er is niet meer die explosie van katten op de boerderijen.

Bron: Landschapsbeheer Flevoland. Interview met de heer Kees Jonker door Thea Wiersma-Dijkstra op 9 januari 2012.

Alle rechten voorbehouden