Als kind mee aan boord

1 geïnteresseerde

Hendrik Jan Kiefte uit Vollenhove was de zoon van een visser. Hij moest al op jonge leeftijd met zijn vader mee:

Vollenhove

Schepenkerkhof in Vollenhove, 1930 (Batavialand, collectie K.A. Bazlen).

Alle rechten voorbehouden

Ik was al verhuurd in de zesde klas, want je had niks te vertellen. Dan kwamen ze: ‘Harm, die jongen komt van school af, kan hij niet bij mij aan boord?’ ‘Nou ja, dat moet dan maar.’ Dan had je een rijksdaalder verdiend en dan dorste ik een keer de rijksdaalder niet op te halen. En mijn moeder zei: ‘Ja, ik moet ‘m toch hebben’. Maar in september, oktober, november, december - nou, dan verdiende je het zout in de pap niet. Alles op de pof.

Als jongetje zijnde bracht moeder of vader je ’s avonds weg. ‘Ben je d’r in?’ 'Ja hoor, ik ben d’r in.’ Dan ging je eerst de asla van het kacheltje leeg maken, overboord. Dan stak je turven kapot, die gingen in de kachel. Deed je water en koffie in de ketel, dat je ’s morgens niet hoefde te zoeken. Als de schipper aan boord kwam, dat je alleen ’n beetje petrolie op de turven had te doen en aan te steken. Dat was vast pandoer, dat deed iedereen.

Bron: Batavialand te Lelystad, Audiovisueel Archief, Project De zeilvisserij op de Zuiderzee en het IJsselmeer, Interview met H.J. Kiefte, 1984.

Alle rechten voorbehouden