Met het loonbedrijf van het Eiland van Dordrecht naar Swifterbant, 1966

1 geïnteresseerde

Piet Breure vertelt:

zwadmaaier.jpg

Koolzaad maaien met een zwadmaaier, Oostelijk Flevoland, eind jaren vijftig (Batavialand, Collectie Land in Wording II, foto nr. FA 294).

Alle rechten voorbehouden

Ik zag mijn arbeidsterrein op het Eiland van Dordt steeds kleiner worden door de uitbreiding van de stad. Dordrecht breidde zich in de jaren vijftig uit, vooral het havencomplex dat de allure van een zeehaven kreeg. Het ene na het andere landbouwbedrijf werd onteigend. Ik vond verderop wel klanten maar deze manier van werken beviel mij niet.

We kregen belangstelling voor de IJsselmeerpolders. Ook onze zoon leek het goed om in de polder opnieuw te starten. Iedereen verklaarde ons voor gek, vrienden, kennissen en familie. Iedereen vroeg wat ik daar nou ging zoeken. Zelfs het gemeentebestuur kwam vragen of ik toch eigenlijk niet liever op het Eiland van Dordrecht wilde blijven.

In 1966 betrokken wij een woning aan de Gletsjerstraat. Al spoedig bouwden we een loods voor de landbouwwerktuigen op het terrein aan de Kolk. Ons loonbedrijf begon met twee personeelsleden die meegekomen waren van het oude land.

Het tweede jaar in Swifterbant zullen we niet gauw vergeten. Het najaar van 1968 was extreem nat. Alle boeren hadden moeite met het oogsten van aardappels en bieten. De draagkracht van de jonge grond was nog niet optimaal. Tientallen hectaren aardappelen moesten later worden ondergeploegd. Er was veel werk voor ons. We hebben aardappelrooiers bij gehuurd om maar zoveel mogelijk boeren bij te staan. Het rooien van de bieten ging uiters moeizaam. Het transport van akker naar erf was op veel plaatsen onmogelijk; banden van trekkers en wagens zakten weg in de natte bodem. Ik kon de hand leggen op moesaswagens. Een moeraswagen is van origine een militair voertuig. Vanuit de cabine is de spanning van de zeer brede banden regelbaar.

Ik ben altijd al progressief bezig geweest. Ik was de eerste loonwerker in Nederland die in de jaren vijftig de precisiezaaimachine introduceerde. Niemand had vertrouwen in dit landbouwwerktuig. ‘Je had het geld net zo goed in de sloot kunnen gooien’ zei een collega. Dit werktuig bracht een grote verbetering in de akkerbouw omdat bieten nu niet meer met de hand gedund hoefden te worden.

Ik ben ooit nog eens bezig geweest om een boerderij over te nemen. Het ging niet door, maar ach, dit werk heb ik altijd met plezier gedaan. Nu onze zoon en schoonzoon de zaak voortzetten, wil ik wel bijblijven wat de zaak betreft. Soms haal ik onderdelen van machines op als het erg druk is, van heinde en verre als het moet. Je denkt toch niet dat ik hele dagen op m’n stoel zit?

Bron: J.G. in ’t Veld-Janse, Manuscript van Koffers vol dromen. Verhalen uit Drontens verleden 1957-1982 (Dronten z.j.) 71-72.

Alle rechten voorbehouden