"We hadden alles wat andere mensen ook hebben"

Wonen in een arbeiderskamp

De kinderen van de familie Appels brachten hun jeugd door in de arbeiderskampen waar hun vader kampbeheerder was. Ze woonden negen jaar lang in kamp Schokland.

Kamp Schokland. De voorste helft van de eerste barak was de keuken, in de achterste helft woonde de familie Appels. Daarachter was de kantine (uitgeverij T. Prins)

Kamp Schokland. De voorste helft van de eerste barak was de keuken, in de achterste helft woonde de familie Appels. Daarachter was de kantine (uitgeverij T. Prins) (bron: Gemeente Noordoostpolder, collectie familie Appels).

Alle rechten voorbehouden

Je stapte vanuit onze keuken zo de grote keuken van het kamp binnen. Daarachter had je de voorraadmagazijnen. Meel en vermicelli, worsten en kaas, want je had wel 200 man op zo’n kamp. Daarachter had je het kantoor van mijn vader en nog twee kamertjes waar ook de boekhouder zat.

Wij hadden gewoon slaapkamers en een leuke woonkamer, een zitkamer en een keuken. We hadden alles wat andere mensen ook hebben. Het kamp op Schokland stond vlak tegenover het museum, aan de Schokkerringweg. Het kamp heeft naast het fietspad naar Oud-Emmeloord gestaan, dat schelpenpaadje. Het kamp bestond uit drie barakken. De middelste is in 1953 afgebroken vanwege de ramp in Zeeland. Toen moesten ze woonruimte hebben.

Bronvermelding: Gemeente Noordoostpolder, interview met de kinderen Martha, Lien en Peter van Geerlof en Johanna Appels, 12 november 2013

Alle rechten voorbehouden