Een kleine razzia op Ramspol

"Ze hadden ergens mensen voor nodig." Jan van Roeden herinnert zich nog een kleine razzia op Ramspol in augustus 1944.

Bronsdaelgroeve

De arbeiders die bij de 'kleine razzia' van augustus 1944 werden opgepakt, werden naar de Bronsdaelgroeve in Zuid-Limburg (tussen Meerssen en Geulhem) gebracht. Hier was een reparatiewerkplaats voor BMW-motoren voor bommenwerpers gevestigd (foto Yolanda van den Berg).

Alle rechten voorbehouden

We zagen eigenlijk nooit een Duitser. Mijn ouders hadden kennissen in Kampen, de familie Paap. Ze hadden een schoenenzaak. Die man was geloof ik al eens opgepakt en die heeft kunnen ontsnappen. Die man was nogal nerveus en toen hadden mijn vader en moeder voorgesteld:

"Kom maar eens een paar dagen bij ons, we zien nooit een Duitser. Dan kun je eens echt tot rust komen."

Dus die goeie man komt op een dag. Komt er een razzia! En die moffen komen bij ons thuis en die pakken die man op!

De buurman was ook thuis, die had al een seintje gekregen en die vliegt door de voordeur, in zijn tabaksplanten. Kleine Adriaan, buurjongetje van drie jaar, staat daar, en ze zeggen tegen dat jochie:

"Je bent zo groot, weet jij wel waar je papa is? (Het waren vaak Nederlanders.)"

"Ja hoor, dáár," zei hij, en toen hebben ze hem zo op kunnen pakken, haha! Er zijn toen wel veel mensen opgepakt, maar dat is maar een noodtoestandje geweest, denk ik. Dat was in augustus 1944. Die mensen zijn weggevoerd, maar waarheen weet ik niet. Van der Linde was weer gauw terug, die zal hem wel zijn gesmeerd. Natuurlijk was ik als kind ook angstig. En kleine Adriaan verraadde zijn vader niet. Hij voelde zich groot, want die grote man zei "je bent al zo groot", enz. Adriaan besefte nog niet wat het gevolg daarvan was. Maar het is wel ironisch.

Ik weet wel: het kantoor van mijn vader had hij direct op slot gedaan, want hij had een bericht gekregen. En daar zaten allemaal jongens binnen. En toen vertelde mijn vader: de Duitsers waren op de deur aan het bonken en ze probeerden de deur te forceren, maar daar kregen ze geen kans voor. Dat waren van die zware deuren en die had hij goed vergrendeld. Die jongens lieten zich ook niet zien, dus die zijn de dans ontsprongen. En de meeste jongens waren in de polder aan het werk. Dus het is volgens mij maar gewoon een kwestie geweest van dat ze ergens mensen nodig hebben gehad en dat ze die hebben opgepakt.

Op dat moment is het voor de mensen natuurlijk wel angstig geweest. Maar ik geloof dat ze bij tankvallen bij Zwolle aan het werk zijn gezet, want Paap was een paar dagen daarna weer thuis. Tankvallen zijn betonnen bouwwerken op strategische punten, die met springstof kunnen worden opgeblazen om transporten van vijandelijke troepen te vertragen.

Bron: Batavialand te Lelystad, Audiovisueel Archief, interview met Jan van Roeden, 19 maart 2014.

Alle rechten voorbehouden