Nou, alle grond was in beginsel van oudsher eigendom van de Staat. Zo staat het ook in alle eigendomsakten:
“Van oudsher eigendom van de Staat”.
Eigenlijk was heel Flevoland na het droogvallen – dat geldt voor zowel Noordoostpolder als Oostelijk en Zuidelijk Flevoland – gewoon Staatsgrond. Vanaf dat moment ga je dus allerlei dingen doen. Jan de Graaf was Directeur Sociaal-Economische Ontwikkeling en daarvoor was dat Chris de Koning (hij is ook zeer belangrijk geweest). Die mensen waren heel erg bezig met de opbouw van de samenleving, en ik was eigenlijk een jongeling. Ik was ook de jongste directeur. Ik zat in het directieteam en ik had nog net geen korte broek aan. [...]
Het openbaar lichaam was er. Voor een aantal gemeentelijke taken was er sprake van een bestuur. Maar ja, de bestemmingsplannen werden achteraf gemaakt. Het openbaar bestuur had dus nog niet zoveel in te brengen, totdat [Han] Lammers kwam. Lammers heeft echt wel een verandering teweeg gebracht, hoor, met zijn Amsterdamse uitstraling. In die periode was de Rijksdienst eigenlijk het grondbedrijf. Die gemeenten gingen langzamerhand hun eigen grondbedrijf opbouwen. Ze kochten dus op afroep. Als ze een stukje grond nodig hadden, werd dat gewoon bij ons besteld. Zo hebben wij heel veel grond overgedragen.
In het kader van de Volkshuisvesting is er een grote knip geweest. Op een gegeven moment drukten alle Rijksdienstgebouwen die wij hadden neergezet – woningen en dergelijke – zwaar op de begroting van het ministerie van Verkeer en Waterstaat, want het is allemaal kapitaal. Toen heeft men gezegd:
“Dat moet anders georganiseerd worden.”
Toen hebben Klaas van Aalderen en Chris de Koning een beweging in gang gezet waar bij de Stichting Woningbouw Almere en de Stichting Woningbouw Zeewolde zijn opgericht. Die zijn toen eigen dragers van rechten en plichten geworden.