Aanleg van de Noordoostpolder, 1935-1942

Canon van Flevoland - twaalfde venster

20f

De Noordoostpolder valt droog. In de verte is Schokland te zien.

Toen de Afsluitdijk in 1932 werd gedicht en de opbouw van de Wieringermeer in volle gang was, verkeerde Nederland in een diepe economische crisis. Vanwege de hoge kosten dreigde de droogmaking van de Zuiderzee niet te worden voortgezet. Maar het was politicus en pleitbezorger van het Zuiderzeeproject Hendrikus Colijn (1869-1944) die er voor zorgde dat er in 1935 een definitief plan voor de Noordoostpolder kwam en dat een jaar later met de aanleg van deze polder werd begonnen. In 1940 werd de omringdijk gesloten en werd met het droogmalen van de polder begonnen. Op 9 september 1942 bereikte het water het laagste punt in het maaiveld en werd de Noordoostpolder officieel droog verklaard: Nederland was een polder van 48.000 hectare rijker geworden. Na de Noordoostpolder volgden nog twee polders: Oostelijk Flevoland in 1957 en Zuidelijk Flevoland in 1968. De Markerwaard, de laatste polder die volgens het Plan-Lely aangelegd had moeten worden en waarmee al enkele malen een begin was gemaakt, werd nimmer gerealiseerd.

Alle rechten voorbehouden