“Het doel is het vinden van stoffelijke resten”

Discussie over de werkwijze

Veel vliegtuigen die tijdens de oorlog op Nederlandse bodem zijn terechtgekomen, zijn al bij de klap volledig aan stukken geslagen. Vliegtuigen die in het IJsselmeer zijn gecrasht, zoals de Short Stirling BK716, zijn soms in betere staat. Anderzijds biedt een berging van een wrak dat nog onder water ligt ook bijzondere uitdagingen. Ivo de Jong, die nauw betrokken is bij het Nationaal Programma Kansrijke Bergingen, zegt:

DSC01104

Wrakstukken van Short Stirling BK716, geborgen door de Aircraft Recovery Group (collectie Hans Vierveijzer, Marken).

Alle rechten voorbehouden

De IJsselmeer-crashes zijn vaak interessant. Zoals die Stirling; je moet je voorstellen, hij klapt op het water en spat daar eigenlijk uit elkaar. Hij zakt naar de bodem. Hij is op een heel andere manier gecrasht dan een toestel dat op het land terecht komt. Vandaar dat we ook zoveel van die brokstukken hebben gevonden. Op het land was dat allemaal nooit gevonden. Complete landingsgestellen, die enorme stukken vleugel, die platen en die motoren; dat had je van ze-lang-zal-ze-leven op een landcrash nu niet meer gevonden.

[Wel is een berging onder water ingewikkeld] want je zit op de tast te werken. Er is natuurlijk die discussie geweest over nat bergen of droog bergen. Moet je er een damwand omheen zetten? Nou, daar was dit toestel natuurlijk veel te groot voor. Dat wrakgebied was gewoon te groot om daar een damwand omheen te zetten. Dat was gewoon onuitvoerbaar. Als het al technisch uitvoerbaar was geweest, was het dermate excessief duur; dan ga je onzinnig geld uitgeven.

Het is de stafofficier Vliegtuigbergingen die beslist over de werkwijze. Hij bepaalt uiteindelijk hoe het gebeurt. Hij overlegt met de aannemer over hoe ze het gaan doen. Het gaat natuurlijk om het resultaat. Wij waren ervan overtuigd dat de wijze die door de aannemer was bedacht, samen met de stafofficier Vliegtuigbergingen, namelijk strook voor strook de hele bodem afgraven, juist was. Dan heb je uiteindelijk alles te pakken. Een archeoloog zal daarvan gruwen en zal zeggen:

“Nee, je moet helemaal droog kunnen werken en je moet centimetertje voor centimetertje afgraven.”

Maar dan moet je je gaan afvragen wat het oogpunt van je berging is, en het oogpunt van je berging is gewoon het vinden van die stoffelijke resten. De context is gewoon even wat minder belangrijk. Normaal gesproken is dat bij archeologie natuurlijk vreselijk belangrijk: hoe zit het precies in elkaar? Maar je moet eerlijk zijn: bij een vliegtuigberging, zeker zo’n ding dat in het water uit elkaar is gespat en in een wrakveld van 75 bij 75 meter ligt, ga je er geen herleidbare dingen meer uithalen.

Bron: Erfgoedpark Batavialand te Lelystad, Project Short Stirling, Interview met Ivo de Jong, 18 januari 2021.

Alle rechten voorbehouden