De Rabobank in Creil: de slaapkamer van een woning

1 geïnteresseerde

Dirk Kuik moest trouwen, voordat hij bijkantoorhouder kon worden in Creil. "Papa, ik ga trouwen." "Wat?! Dat maak ík wel uit wanneer jij gaat trouwen!"

Dirk Kuik in de jaren vijftig met zijn verloofde Corrie (privécollectie Dirk Kuik)

Dirk Kuik in de jaren vijftig met zijn verloofde Corrie (privécollectie Dirk Kuik)

Alle rechten voorbehouden

Ik ben getrouwd met Corrie Schaap uit de Rietzangerstraat. Ik kwam uit militaire dienst, toen was ik twintig of eenentwintig en ik had een tijdje op de bank gewerkt en toen moest er een wijziging plaatsvinden van bijkantoorhouders. Er was er eentje vertrokken en Creil was toen nog een vrij nieuw bankkantoor, waar iemand woonde die graag naar Marknesse wilde. Toen was de bedoeling dat ik naar Creil ging.

Dat bankgebouw bestond uit een woning en dat kantoortje was het slaapkamertje. Maar, je moest ook dat huis gaan bewonen, maar ik was niet getrouwd. Ik had wél verkering. Dus op een gegeven moment kwam mijn baas bij mij en die zei: "Zou jij wel willen trouwen, want wij hebben een bijkantoorhouder nodig in Creil en jij bent de enige die daarvoor in aanmerking komt, want als jij het niet doet of niet wilt doen of niet mag doen, dan moeten we iemand aanstellen van buiten de polder." Ik wilde dat wel want ik had al vijf jaar verkering.

Als je hier woonde, moest je samen vijftig jaar wezen voordat je een huis kreeg. Dus dat betekende dat wij gemiddeld ieder toch wel vijfentwintig moesten wezen. Twee keer vijfentwintig. Maar ik moest eerst mijn Corrie vragen of die dat wel wilde… Die wilde het liefst de volgende dag.

Maar goed, toen ben ik dus naar m’n vader gegaan. Ik zeg: "Papa, ik ga trouwen." Die man verschoot helemaal van kleur. Hij zei: "Jij gaat trouwen? Dat maak ik wel uit wanneer jij gaat trouwen, maar nou niet." Want die man dacht natuurlijk dat ik trouwen moest. Dat was toen een schande, als je moest trouwen. Daar waakten wij wel voor natuurlijk en wij waren ook nog niet zo oud dat we alles al wisten. Maar goed, hij dacht dat. Dus hij werd heel kwaad dat ik dat zo… Dat was ook niet goed natuurlijk he. Ik had moeten vragen: "Nou, zo en zo en zo, wat vind je daarvan?" Maar dat heb ik dus achteraf verteld en toen is hij met mijn directeur gaan praten, met Van der Linde, en toen is dat allemaal goed gekomen.

Bronvermelding: Batavialand te Lelystad, project Verhalen Vissen, interview met Dirk Kuik in de bibliotheek in Emmeloord, 21 oktober 2011.

Alle rechten voorbehouden