Hoe komen de boeren in het dorp?

Jan van der Perk trad in 1977 in dienst van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders. In 1980 werd Van der Perk lid van een projectgroep die de plannen voor Zeewolde moest maken. Toen de groep werd ingesteld, bestond de dorpskern van Zeewolde nog niet, maar woonden er al wel boeren in het buitengebied. Dat had volgens Van der Perk gevolgen voor de verdere plannen.

fietsersbrug Gooiseweg

Fietsersbrug over de Gooiseweg (collectie Joop Poelhekke).

Alle rechten voorbehouden

Het bijzondere bij Zeewolde was dat er al mensen woonden. In ‘80 woonden er al boeren in het buitengebied. En dan was je nog met het dorp bezig. Maar je ging je ook realiseren dat die mensen uit het buitengebied ook op een goeie manier naar het dorp toe moesten kunnen komen. Op die manier zijn er ook voorzieningen aangelegd en dingen gerealiseerd waar je in het begin niet zo bij stil staat.

Er werden boeren geplaatst in de Zuidlob, dus aan de Nekkeveldweg en de Slingerweg en zo. Nou, hoe komen zij nou bij het dorp? Dat is in feite omrijden, want rechtstreeks was het wat lastiger, maar die kinderen kan je niet allemaal laten omrijden. Op een gegeven moment is vanuit de Golflaan, die toen doodliep, een fietspaadje gemaakt naar de Spiekweg en dus naar het dorp. Vooral voor die jongens die met de brommer toch naar het dorp kwamen. Dat moest bereikbaar zijn.

Hetzelfde geldt eigenlijk ook voor het middengebied van Zuidelijk Flevoland. Er heeft een tijdlang een fietsbrug gelegen over de Gooiseweg bij de Spiekweg om de fietsers en de voetgangers – maar met name fietsers - veilig over die Gooiseweg te krijgen. Naderhand pas is dat tunneltje er gekomen. Dat zijn toch wel wat specifiekere dingen die je voorheen niet meegemaakt had.

Bron: Landschapsbeheer Flevoland, interview van Gees Brouwer en Helena van der Berg met Jan van der Perk, 3 juli 2019. 

Alle rechten voorbehouden