De Koekoekspolder bij Kampen

Nederland kent drie droogmakerijen waarin per oppervlakte-eenheid een grote hoeveelheid kwel optreedt. Het betreft de Bethunepolder, de Horstermeerpolder en de Koekoekspolder.

Gemaal Nieuw Lutterzijl -

Gemaal Nieuw Lutterzijl - links de hoofdvaart van de Koekoekspolder en rechts de hoofdvaart van polder Mastenbroek (foto Bart Schultz; Batavialand, collectie Bart Schultz).

Alle rechten voorbehouden

De Bethunepolder - 545 hectare, drooggemaakt tussen 1858 en 1880 - ligt ten noordoosten van Maarssen, de Horstermeerpolder – 610 hectare, drooggemaakt in 1882 – ligt ten westen van Hilversum en de Koekoekspolder – 600 hectaren - ligt ten oosten van Kampen. Over de Horstermeerpolder is eerder dit jaar een bijdrage op Flevolands Geheugen geplaatst.

De Koekoekspolder vormde oorspronkelijk een onderdeel van de polder Mastenbroek. In de natuurlijke staat was het hele gebied een moerasbos aan de noordoostkant van de monding van de IJssel. Bij hoge afvoeren overstroomde het gebied vooral vanuit de IJssel, maar het kon ook overstromen tijdens stormen op de voormalige Zuiderzee.

Omstreeks 1384 is het gebied ingepolderd. Het noordwestelijke deel van de polder Mastenbroek werd in 1752 uitgegeven voor vervening, waardoor geleidelijk een steeds groter meer in de polder ontstond. Omstreeks 1850 is het meer drooggemaakt en ontstond de Koekoekspolder. Daarna is de droogmakerij weer enkele malen onder water gelopen. In 1945 is de Koekoekspolder definitief drooggemaakt en werd het een tuinbouwgebied met geleidelijk aan vooral kassen.

Zoals gezegd treedt in de Koekoekspolder een grote hoeveelheid kwel op. De kwel bedraagt hier bijna 20 millimeter per dag. Voor de Bethunepolder is een kwel berekend van 17 millimeter per dag en voor de Horstermeerpolder van 15 millimeter per dag. Op basis hiervan kan worden gesteld dat de Koekoekspolder waarschijnlijk de polder met de grootste hoeveelheid kwel per oppervlakte-eenheid in Nederland is.

De bodem van de Koekoekspolder ligt inmiddels tussen 2,50 en 3,00 meter beneden NAP, wat zo’n twee meter lager is dan de bodem in de polder Mastenbroek. Van de laatste editie van de Waterstaatskaart kan worden afgeleid dat in de waterlopen van de Koekoekspolder een zomerpeil en een winterpeil wordt gehandhaafd. Deze peilen liggen, met enkele afwijkingen in deelgebieden, op respectievelijk 3,65 en 3,85 meter beneden NAP. De Koekoekspolder is dus zeker niet de diepste droogmakerij in ons land, maar door de bodemkundige situatie wel de polder met de meeste kwel per oppervlakte-eenheid.

Alle rechten voorbehouden

Media