Polders langs de Donau in Roemenië

Greppelen was onbespreekbaar

In de jaren zeventig vatte de Roemeense president Nicolae Ceaușescu het plan op om grote gebieden in de Donaudelta naar Nederlands model in te polderen. Om de realisatie van dit plan te bevorderen is er sinds 1980 een langjarige onderzoekssamenwerking met de voormalige Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (RIJP) geweest.

Foto 5 Polderdijk langs de Donau met kanaal en begroeiing aan de rivierkant van de polder

Polderdijk langs de Donau met kanaal en begroeiing aan de rivierkant van de polder (foto Bart Schultz).

Alle rechten voorbehouden

Van 1980 tot  1986 was ik aan Nederlandse kant de coördinator van deze samenwerking. In principe werd tweemaal per jaar een bezoek door RIJP-medewerkers aan Roemenië gebracht en kwam er tweemaal per jaar een Roemeense delegatie naar Nederland. Zie hiervoor mijn eerdere bijdrage over de Pardinapolder op Flevolands Geheugen.

Hoewel de samenwerking betrekking had op de polders in de Donaudelta bleken onze Roemeense collega’s ook graag informatie te willen hebben over de beste manier van waterbeheer in de polders langs de Donau bovenstrooms van de delta. Langs de Donau lagen in Roemenië namelijk maar liefst ruim veertig polders en daar waren nogal wat problemen met het waterbeheer. De reden hiervan was dat de bodem bestond uit kleilagen, die opzwellen als ze nat worden en inkrimpen als ze uitdrogen. Als ze inkrimpen worden ze door de scheurvorming erg doorlatend, maar als ze opzwellen worden ze min of meer volkomen ondoorlatend. Nu wil het geval dat in Roemenië de meeste neerslag in mei en juni valt. Op zichzelf is dit gunstig, want dan heb je het nodige water aan het begin van het groeiseizoen, Maar op die zwellende kleigronden moet je ook niet teveel water hebben, want dan worden ze ondoorlatend en niet bewerkbaar.

In de communistische tijd had men echter niet al teveel oog voor bodemkundige eigenschappen en ging men ervan uit, dat het land gedurende het hele jaar met grote machines bewerkbaar moest zijn. Deze machines moesten op grote vlakke kavels ongehinderd hun werk kunnen doen. De bodemkundigen en waterbeheerders moesten er maar voor zorgen dat dit het geval was.

Wij hadden in de IJsselmeerpolders wat ervaring met dit soort gronden en wisten dat je om ongeveer tien meter een greppel moest leggen en het perceel daartussen een beetje bol moest maken, zodat het overtollige water goed naar de greppel kon afstromen. Deze methode was onbespreekbaar voor onze Roemeense collega’s. Er werd geëist dat de gronden werden gedraineerd met ondergrondse buisdrainage. In de IJsselmeerpolders hebben we overwegend niet zwellende kleigronden waar buisdrainage zeer goed mogelijk is. Aan onze collega’s was niet duidelijk te maken dat we dit alleen konden doen door de gunstige eigenschappen van de klei in de IJsselmeerpolders.

Tijdens elk bezoek kwam er wel een Roemeense collega mijn kamer op met een nieuwe formule om de diepte en de afstand tussen de buisdrainage voor de polders langs de Donau uit te rekenen. Ik legde dan weer uit dat buisdrainage in de polders langs de Donau niet mogelijk was en dat men de gronden van greppels moest voorzien en de percelen een beetje bol moest maken. Het beste zou dit kunnen door de greppels op zo’n afstand te leggen, dat zij enerzijds het overtollige water naar behoren konden afvoeren en anderzijds de landbouwmachines er goed tussendoor hun werk konden doen. Mijn adviezen bleken tevergeefs te zijn en werden niet geaccepteerd. Elk jaar kwam er weer een Roemeense collega met een nieuwe formule. Bij de laatste werd het mij teveel. Ik heb het gesprek direct beëindigd en zei tegen hem: "Greppelen". 

Eigenlijk ben ik wel benieuwd of ze na de omwenteling van het regime, die inmiddels heeft plaatsgevonden, nu toch maar zijn gaan greppelen en tussen de greppels tonrond ploegen, zoals we het noemde.

Alle rechten voorbehouden

Media