In het begin was er de openheid

Henk Veringa kwam als 10-jarige jongen naar de polder. Het eerste wat bij hem bovenkomt als hij terugdenkt aan die tijd, is de enorme openheid van het gebied met hier en daar een boerderij van de Rijksdienst.

Nou (de eerste herinnering), dat was hier vooral de openheid. Er was maar één boer, dat was de Rijksdienst. En je had eigenlijk aan het begin van iedere weg een hele grote landbouwschuur staan, kop-rompmodel met een rieten dak of een dakpannendak en dat was het enige boerenbedrijf wat er was. En die had een hele weg daarachter tot zijn beschikking. Dus er was ontzettend veel personeel. De belangrijkste werkzaamheden die toen plaatsvonden, dat was de ontginning en dat was het draineren van de akkers. En dat ging van oost naar west, zo richting dijk in Urk. En eigenlijk was dat vanaf 1950. (Toen) zijn wij hier in Emmeloord komen wonen. En vanaf dat moment was er eigenlijk al een stukje richting Espel klaar. En daarna ging het andere. Maar het gewas op de akker, dat bestond hoofdzakelijk uit granen. Ook wat granen, maar hoofdzakelijk granen. En het bijzondere was ook, vanwege de samenstelling en de conditie van de bodem, dat er gelijk met het graan luzerne werd ingezaaid.

Bron: Landschapsbeheer Flevoland. Interview met de heer H. Veringa door Anke van Zwoll op 29 november 2012.

Alle rechten voorbehouden