Met negentien kinderen op een Amsterdams bovenhuis

In de jaren vijftig kwamen er in Nederland nog grote gezinnen voor. De woningen waren hier niet op berekend. Fred Noeken, die werd geboren en getogen in De Clercqstraat in Oud-West, vertelt.

De Clercqstraat

De de Clercqstraat in Amsterdam, 1971 (Collectie Stadsarchief Amsterdam: foto's eigen fotodienst).

De trap was één grote familie, wij één hoog, tante Truus drie hoog en twee hoog mevrouw Sijpe. Dat was een mooi verhaal. Die had negentien kinderen. Op een gegeven moment zei mijn moeder:

“Jongens, jullie moeten na school even buiten blijven spelen, want er wordt verhuisd. Er komt een nieuw gezin boven.”

Wij er telkens langslopen, maar we zagen niets. Toen kwamen we thuis en mijn moeder zei:

“Ze zijn er al. Het enige wat ze naar boven hebben gebracht, is een lange tafel met twee banken!”

Ik zeg: “Oh!” Ze kwamen geloof ik uit Tilburg. Dat was alles wat ze hadden. Maar mevrouw Sijpe en meneer Sijpe waren gebrouilleerd, ze hadden ruzie met elkaar. Sinds dat ze in Amsterdam wonen, hebben ze geen woord meer met elkaar gesproken! Ze spraken niet met elkaar! Hij ging geloof ik in 1970 dood. Ze hebben twintig jaar niet met elkaar gesproken. Zulke mensen waren dat! Ja, en die meiden en jongens gingen op een gegeven moment trouwen en het huis uit. Negentien kinderen! [Hoe je negentien kinderen in zo’n woning laat?] Dat was in de tussenkamer, de slaapkamer en allemaal matrassen op de vloer. Zo werkte dat!

Bron: Batavialand te Lelystad, Project Nederlanders – Wereldburgers, interview met Fred Noeken op 19 november 2012 te Lelystad.

Alle rechten voorbehouden