De grote overgang is denk ik wel de suikerbietenoogst. Ik weet nog dat mijn collega’s allemaal akkoordwerk deden. Die stonden dan suikerbieten te rooien met het handje, met het schopje, de hele dag krom. Ook als het 's morgens nog gevroren had gingen de mouwtjes omhoog. Maar toen kwam de bietenrooimachine. Die mensen sputterden er zo over, want dan konden ze geen extraatje meer verdienen, maar dat viel later nog wel mee hoor. Dat was een hele verandering als de bieten maar zo op de wagen kwamen. Eerst moest je ze allemaal met de hand uitsteken, met de hand afkappen en op een hoop gooien en dan moest je ze met de hand opscheppen. (...) Maar later brachten we ze allemaal naar de loswal aan het kanaal. Dat kon dan in Kraggenburg en aan de Zwartemeerweg. Ik heb tonnen suikerbieten naar de Zwartemeerweg gebracht. Op platte wagens naar de loswal. Die is daar nog. (...) Er stond een takelauto op die loswal en die haalde de netten er uit en dan was in twee keer de wagen weer leeg. Dat was al een hele verbetering.
Suikerbietenoogst in de pioniersfase
Egbert Bergkamp vertelt:
Bron: Batavialand te Lelystad, Audiovisueel Archief, Interview met Egbert Bergkamp, 3 juli 2007.