Almeerse buren uit de begintijd: ouwe jongens krentenbrood

1 geïnteresseerde

Buren die elkaar hebben leren kennen in de begintijd van Almere hebben een bijzondere band opgebouwd. Ds. E.F. Verbaas vertelt:

Almere Haven december 1975

De bezichtiging van de woningen in Almere-Haven door de eerste bewoners met een aantal genodigden, 1 december 1975. Op de voorgrond links: mw. Otto (echtgenote van de landdrost van het Openbaar Lichaam ‘Zuidelijke IJsselmeerpolders’); rechts: mw. Van Hulten-Delfgaauw (lid van het Dagelijks Advies College van het Openbaar Lichaam ‘Zuidelijke IJsselmeerpolders) (foto J.U. Potuyt, collectie RIJP).

Alle rechten voorbehouden

Met enkele buren uit die begintijd hebben we nog contact. Die contacten zijn er soms ineens, doordat je in de stad loopt en dan kom je de vroegere buren tegen. Dat is echt ouwe jongens krentenbrood. Niet dat je nog bij elkaar komt, maar die mensen van het eerste jaar hebben allemaal iets gehouden van een nostalgisch gevoel. Zo van:

"Goh, wat was dat interessant. Ik had het niet willen missen."

Amsterdammers die zeggen: "Voor geen miljoen." Toen de honderdduizendste inwoner in Almere kwam, had de gemeente - dat was erg leuk - de bewoners van de eerste 100 huizen uitgenodigd. Daar waren wij dus ook bij. Dan ontmoet je dus ook die mensen en vraag je hoe het is, of ze daar nog wonen of inmiddels drie keer verhuisd zijn. Er zijn natuurlijk ook veel mensen weggetrokken. De familie Willems is weer weggegaan. Sommige mensen hielden het ook niet vol. Ik herinner me een mevrouw, die zei:

"Ik hoor geen tram meer door de bocht gieren."

Dan moet je terug naar Amsterdam.

Bron: Batavialand te Lelystad, Project Pioniers: eerste bewoners, interview met dominee E.F. Verbaas, 22 november 1995.

Alle rechten voorbehouden