Regionale heimweeverschillen en boeren als 'koningen aan hun eigen weg'

Oud-huisarts Herman Bekius vertelt over de geweldige dynamiek die de Drontense samenleving in opbouw kende als gevolg van regionale verschillen en de selectie van de boeren.

eerste bewoners Dronten

De eerste bewoners van Dronten zijn gearriveerd, 1962 (Fotocollectie Directie Wieringermeer).

Alle rechten voorbehouden

Er waren enorm veel mensen die last hadden van heimwee. Dan merk je het verschil. Mensen uit Limburg bijvoorbeeld konden het hier moeilijker vinden dan Brabanders. Zeeuwen ook weer anders. Friezen deden het juist heel goed. Maar een Friese boer gaat bijvoorbeeld weer anders om met zijn arbeiders dan een Groninger boer. En de Drenten weer heel anders. Dat was bijzonder boeiend. We zagen ook dat ze naar elkaar keken. Ze kwamen allemaal in een Volkswagentje en reden later allemaal in een Fordje rond. Langzamerhand werden het Volvo's en Mercedessen. Je zag het ook aan de sieraden van de vrouwen: men keek toch wel naar elkaar. Status was er wel en tegelijkertijd een geweldige saamhorigheid: dat ze met elkaar uit gingen, elkaar hielpen. Als er iemand ziek was, was dat helemaal geen probleem, want de buren hielpen elkaar. En niet zo maar eventjes, maar wel eens een half jaar.

"Jij zit aan onze weg. Wij doen jouw boerderij wel, zodat het net zo goed loopt als anders. Als jouw tarwe rijp is, gaat het er af, al zal dat van mij dan wat later komen."

De boeren deden het wel goed hier. Ze hadden een prachtige boerderij natuurlijk. In die tijd hadden ze hele goede jaren. Die saamhorigheid had je wel. Uiterst boeiend. Maar mensen uit Kampen hadden bijvoorbeeld vaak heimwee naar Kampen, terwijl zij die uit Den Bosch kwamen geen heimwee hadden. De vrouwen waren gewend om 's morgens bij hun moeder te gaan koffie drinken. Dat kon dan niet meer. Die uit Zeeuws-Vlaanderen konden dat best, dat waren heel andere mensen. Echte cultuurverschillen waren te merken.

Wat ook wel zijn nadeel had: door die selectie van de boeren, werd de beste boer uit een dorp gekozen. Wie het meest in het verenigingsleven gedaan had. Op een gegeven moment kreeg je een heel rijtje boeren naast elkaar die allemaal koningen in hun dorp waren en allemaal, stuk voor stuk, dachten: ik word ook koning van de weg. Juist omdat het kwalitatief zulke goede mensen waren, gaf dat toch wel eens wat spanningen. Ontzettend boeiend. Een geweldig gevoel voor dynamiek. Het veranderde altijd. Tegelijkertijd ook ontzettend veel plezier en dat je het als een voorrecht voelde om een hele gemeenschap te zien opbouwen.

Bron: Batavialand te Lelystad, Project Pioniers: eerste bewoners, interview met de heer H.J. Bekius, 17 november 1995.

Alle rechten voorbehouden