Een Albert Heijn beginnen in een Lelystad zonder klanten en winkels

1 geïnteresseerde

De heer Van den Bedem kreeg in 1967 een uniek carrièreaanbod: een nieuwe winkel openen in een nieuwe stad. Hij vertelt:

familie Van den Bedem

Op 2 oktober 1967 krijgt het echtpaar Van den Bedem de sleutels van hun huis uitgereikt. Zij behoorden tot de allereerste bewoners van het nieuwe gedeelte van Lelystad (foto J.U. Potuyt; collectie RIJP).

Alle rechten voorbehouden

Op 14 september 1967 kreeg ik van mijn baas de uitnodiging of ik bereid was een winkel van Albert Heijn te gaan runnen in Lelystad. Ik was toen reserve-chef in Amersfoort en stond op de nominatie om bedrijfsleider te worden. Het geval deed zich voor dat Lelystad zou gaan openen en ik werd gevraagd daar bedrijfsleider te worden.

Lelystad zei mij niets. Ik wist wel waar het lag, omdat ik geografische interesses heb. Ik heb uiteindelijk ja gezegd, omdat ik het een uitdaging vond, want er zat een motivatie achter: ze wilden een winkel openen, uniek in Nederland. Het tijdstip van openen was zodanig gekozen dat er nog geen klanten waren. De voorwaarde van de Rijksdienst was toen: AH moest open voordat de eerste bewoners kwamen. Dat was de opdracht.

Albert Heijn had daar wel interesse in. Waarom? a: Publiciteit en b: dat ze een vestigingspunt hadden. Je weet nooit wat er achter gesloten deuren wordt besproken, hoe de toekomst van een AH keten in Lelystad gepland zou worden. Toen was al bekend dat Lelystad moest groeien naar 100.000 inwoners. Er waren toentertijd plannen om Schiphol in de Markerwaard aan te leggen. Zouden die ontwikkelingen zich allemaal echt voorgedaan hebben, dan was Lelystad begin jaren '70 al duidelijk op weg naar de 100.000. Alleen Almere is later naar voren gehaald en Lelystad is nooit zo ontwikkeld als het aanvankelijk de bedoeling was.

Bron: Batavialand te Lelystad, project Pioniers: eerste bewoners, interview met de heer en mevrouw Van den Bedem-Mulder, 23 november 1995.

Alle rechten voorbehouden