"Iedere drie man die bij elkaar gingen zitten richtten een vereniging op"

Het verenigingsleven kwam in Almere in de jaren tachtig goed op gang. Dit had ook juridische gevolgen, want iedere vereniging moest een statuut hebben. Siepko Trip, de eerste notaris van Almere, vertelt:

Almere Haven, april 1979.

Almere Haven, april 1979. (foto J.U. Potuyt).

Alle rechten voorbehouden

Ja, dat liep als een trein. Dat liep als een trein. Iedere drie man die bij elkaar gingen zitten richtten een vereniging op. Soms was het wat sneu. Dan had je bijvoorbeeld mensen die een voetbalvereniging oprichtten. Dan hadden ze bij vijf verschillende verenigingen de statuten opgevraagd. Dan kwamen ze met een heel verhaal. Dat waren nog verenigingen met Koninklijke goedkeuring. Maar in de jaren zeventig is de hele wetgeving veranderd, en ook het hele verenigingsrecht lag op zijn kop. Ik heb gezegd:

“Nee, dat moet helemaal anders.”

In het begin deden we dat gratis. Tegenwoordig heet dat maatschappelijk ondernemen. Maar later kwam ik er achter dat de gemeente voor elke beginnende vereniging voor de notariële kosten een bedrag van 400 gulden gereserveerd had. Het tarief was in die tijd 300 gulden, dus ik rekende gewoon die 300 gulden en dan hielden ze nog wat over ook. Zo liep dat.

Bron: Batavialand te Lelystad, Project Verhalen Vissen, interview met Siepko Trip in de Nieuwe Bibliotheek Almere, 15 oktober 2011.

Alle rechten voorbehouden