De polder als het scheppingsverhaal: woest en ledig

2 geïnteresseerden

Albertus Lokhorst gaf vanaf 1944 leiding aan een groepje arbeiders. Ze zagen hoe het water zich langzaam terugtrok.

sporen sleepnetten Noordoostpolder

De sporen van de sleepnetten van vissersschepen werden zichtbaar toen de Noordoostpolder droog viel, 1941 (Fotocollectie Gemeente Noordoostpolder - 10006755).

Alle rechten voorbehouden

De polder is het eerst aan de oostkant drooggevallen, want dat is hoger. Tot Urk toe, het laatste punt. Dus wij zijn vanaf Blokzijl en Kadoelen begonnen, daar is de kant het hoogst. En daar lag het kamp Zwartemeer, niet ver van Kadoelen. En zo zijn we de polder in getrokken en zo hebben we een stuk klaargemaakt. In 1946 waren we bij kamp Nagele, dat lag toen in de rimboe.

Toen wij begonnen, daar aan de kant van Vollenhove, Kadoelen, Blokzijl, nou daar stond niks. En we mochten nooit alleen een eindje de polder in lopen, want je wist nooit wat je tegen kwam. Het was wel droog van boven, maar levensgevaarlijk. Nou ja, wij er in en toen kwam het uit. De aarde was woest en ledig, staat er in de bijbel en dat zagen we hier ook, er was niks. En op een gegeven ogenblik komen er plantjes te voorschijn.

Bron: Landschapsbeheer Flevoland, interview met de heer Albertus Lokhorst door Dicky Meijer, 2 oktober 2010.

Alle rechten voorbehouden