Opgroeien in Burnside, Suriname

1 geïnteresseerde

Er zijn Surinamers die geboren zijn op de plantage waar hun voorouders als slaaf te werk werden gesteld. Urcila Winter vertelt.

Surinaamse kinderen 1955

Kinderen afkomstig uitverschillende bevolkingsgroepen (v.l.n.r. Chinees, Creools, Hindostaans, Javaans) in afwachting van de koningin, 3 november 1955 (Nationaal Archief, Fotocollectie Van de Poll, CC-BY-SA).

Ik ben in Suriname geboren op 18 mei 1958, district Coronie, in Burnside. Burnside is eigenlijk van oorsprong een plantage. Op Burnside waren slaven van Schotse slavenhouders gevestigd. … Het district Coronie is verdeeld in kleine stukjes plantages. Het zijn echt alleen maar Engelse namen: Burnside, Sarah Leasowes, Novar, John, Clyde, Friendship en Totness, Mary’s hope. … Daar liggen mijn roots. … Ik heb ontdekt dat mijn grootvader en zijn broers in 1863 naar Coronie kwamen. Coronie is een kokosdistrict. Er zijn heel veel kokospalmen en er wordt kokosolie bereid. En het is ook een varkensdistrict. Een echte boerderij, een plantage noemden ze dat vroeger. Een ieder werkte voor zich. Ieder had een eigen stuk grond, waar ze zelf gingen telen en rijst verbouwen.

Ik weet nog dat wanneer de rijst moest worden geoogst, ik als jong meisje vroeg in de ochtend mee moest. Dan werd er thee en eten meegenomen, want je was daar de hele dag bezig. De hele familie was bezig rijst te oogsten. De oogst duurde soms twee weken lang. … De rijst werd gemaaid met een zeis. Dat zijn leuke beelden die je bij je houdt. Het was eigenlijk een familiebedrijfje. Alle familieleden deden alles samen, vooral in de oogsttijd.

Bron: Batavialand te Lelystad, Project Nederlanders – Wereldburgers, interview met Urcila Winter en Ullerich Hoogdorp, op 12 december 2012 te Lelystad.

Alle rechten voorbehouden