Het verblijf in Kamp Nagele, 1951

1 geïnteresseerde

In de arbeiderskampen in de IJsselmeerpolders mocht eigenlijk niet gedronken worden. Niet iedereen hield zich aan die regel. Toon de Wit vertelt:

Keuken in Kamp Nagele, 1946

Keuken in Kamp Nagele, 1946.

Alle rechten voorbehouden

Wij hebben in het kamp altijd braaf geleefd, hoor! Op een vrijdagavond zegt één van die jongens: "Zullen we eens een paar borrels gaan halen?" Hij had een motor. Een leuke vent was dat. "Ja, dat is goed." Dus hij naar Urk en hij kwam met twee flesjes jenever terug. Die had hij in Urk gekocht. Ja, wij hadden echter geen glaasjes. Wat moeten wij nu? We zaten met acht personen op de kamer. Een paar wat oudere mensen hielden de boot af. We zaten er met vier of vijf man. En jampotjes! We dronken jenever uit jampotjes! Nou, dat liep natuurlijk faliekant verkeerd. Ja, en in het kamp mag niet gedronken worden. Maar Venhuizen, de beheerder, liet niets merken.

We waren de volgende morgen vroeg wakker en hebben de boel opgeruimd. Toen we naar het werk gingen, was alles toch weer schoon. Vele jaren later was Venhuizen in Biddinghuizen kampbeheerder en ik zat toen als opzichter bij een bedrijf bij Biddinghuizen. Toen vertelde hij:

"Jongen, ik heb jullie niet aangegeven, maar ik heb de opzichters wel gewaarschuwd dat jullie niet mans genoeg waren om een trekker te rijden. Dit kon helemaal niet."

Nou ja, dat konden we natuurlijk wel! Dat was een uitschieter, maar toch wel leuk.

Bron: Batavialand te Lelystad, Project Geheugen van Flevoland, Interview met Toon de Wit, 13 maart 2008.

Alle rechten voorbehouden