De razzia's van 1944

Om aan de razzia's van 1944 te ontkomen verstopte de echtgenoot van Ytje Hoekstra zich in het kolenhokje van hun woonark:

woonark

Woonark in de Zwolsevaart (Batavialand, collectie Roel Winter).

Alle rechten voorbehouden

Toen kwamen er twee Duitsers aan. Eén was een hele goeie man en de ander was een venijnige, dat was een SS-er. Daar stonden ze bij die deur en ik was van Kees in verwachting, je kon het wel zien, maar meer ook niet. Afijn, ik ga naar de deur. "Nou, seint hier mannen?" En och, op zo’n moment dan voel ik niks hoor, maar ik zei van alles, want ik heb niet echt Duits geleerd. Ik sprak Duits en Fries en Hollands door elkaar.

"Hoe konnen Sie naar mannen vragen, waar zijn onze mannen?"

Ik was wel zo fel, nou, ze verstonden het best.

Ze moesten die woonark doorzoeken. Ik zei:

"Nou, zoek die woonark maar door, hoe moet ik hier een man verstoppen, er zijn twee kinders en een vrouw, die haar man is weg."

Dus wat deed ik, ik deed de wc-deur open en ik deed de kamerdeur open, daar stonden een dressoir en een kachel, en die kindertjes waren aan het spelen. Nou, en ik deed de slaapkamerdeur open. "Nou, kijk maar onder het bed", en ik deed het luik open en de kleerkast open. "Waar muss ich hier een man verstoppen?" (...) Ik was ook helemaal niet zenuwachtig, ik was wel heel kwaad en ja, je moet wel.

Bron: Batavialand te Lelystad, Audiovisueel Archief, Interview met mevr. Y. Hoekstra, december 2007.

Alle rechten voorbehouden