"Wij amateuren van alles in elkaar"

Een openluchttheater in Marknesse

Hendrik Jager, aannemer te Marknesse, was betrokken bij de bouw van het openluchttheater in dat dorp. Hij vertelt:

kapper Eikenhorst

Kapper Hein Eikenhorst, de grimeur, begin jaren zestig (collectie Roel Winter).

Alle rechten voorbehouden

Er was een theater nodig. Wij kregen alle medewerking van de Directie van de Wieringermeer. We mochten beschikken over een stuk grond waar thans de sporthal staat. En met enorm veel vrijetijdszweet en enthousiasme werd daar een openluchttheater gecreëerd, met alle primitieve dingen, waarbij niet alleen het amfitheater met de zitplaatsen een heel werk was, maar de ook attributen die er omheen waren, zoals coulissen en achtergronden. Dus werd er gebruik gemaakt van de bomen die reeds gegroeid waren.

En dan moeten er natuurlijk luidsprekers komen, en er moesten schijnwerpers komen. Dus wij amateurden van alles in elkaar, dat er een geluidssysteem kwam met vele microfoons, want het was redelijk primitief natuurlijk. Dus vele kabels en dan werd er een cabine gebouwd en daar zat dan de regie in. En die was met koptelefoons en microfoontjes verbonden met – u gelooft het misschien niet – mensen die boven in palen zaten. We hadden vier mensen boven in de palen zitten en elke man zat op een zitje dat van een maaimachine afkomstig was, zo’n voorgevormd ijzeren zitje. Nou daar werden de nodige steunen aangelast en dat kwam in een telefoonachtige paal te zitten. En je ging met een stepje omhoog. Dus degenen die er zaten waren verplicht daar de hele voorstelling te blijven zitten en die deden dat met veel enthousiasme. Er zaten vier mensen hoog in de lucht op de commando’s van de regiekamer te luisteren en die bedienden de verlichting. Nou, luidsprekers waren er om het gesproken woord beter te kunnen weergeven. Alleen de techniek was natuurlijk zo: je moest de microfoon meelopen, en dat vrij normale microfoons, met het kabeltje er achter, natuurlijk. Dus er werd veel geïmproviseerd, maar het ging fantastisch!

En er werd gerepeteerd en ik kan u zeggen: de repetities waren voor ons die er aan meewerkten en meespeelden nog veel mooier dan de hele opvoering. En dan was er natuurlijk nog de mensen die voor de kleding zorgden en voor de grimering, zoals kapper Eikenhorst, en die zorgde dat voor iedereen die er werkte, daar moest een natje en een droogje zijn, want er werden veel uren en nachturen aan besteed. En wij maar hopen op prachtig mooi weer. Nou we hadden geluk. Het was een succesvolle voorstelling met een afgeladen theater bij schitterend weer. En het is twee, misschien drie keer opgevoerd, dat kan ik niet precies meer zeggen, twee keer is het minstens opgevoerd.

Bron: Batavialand te Lelystad, project Cultureel Flevoland, interview met Hendrik Jager, 25 januari 2005. 

Alle rechten voorbehouden