"Zaad hokken"

In het voorjaar werkte Hennie van de Wetering bij de Grontmij, maar later in het jaar, als er in de polder werd geoogst, dan werkte hij bij de boer. Het was zwaar werk, want van mechanisatie was nog geen sprake.

Paard en wagen

Met paard en wagen aan het werk. Achterop de kar staat een watertank. Henk Knoeff uit Kampen houdt de paarden vast (Privécollectie Hennie van de Wetering).

Alle rechten voorbehouden

In het voorjaar, dan was je bij de Grontmij en in de oogst, dan was je bij de boeren. Dan gingen we bijvoorbeeld naar Brandsma toe en dan gingen we zaad hokken. Dan waren ze aan zaad maaien dus. Dat lag op de grond, maar dat moest aan hokken komen. Dat moest eerst drogen. Nou, en dan, het lag d’r aan wat d’r op zat, dan kreeg je soms vier gulden de bunder of je kreeg acht gulden de bunder. Dat lag d’r aan wat d’r op zat. En daar moest je voor werken. En dan begon je ’s morgens om zeven uur tot ’s avonds acht uur in de oogst. Ja, dat was een heel eind hoor.

Bron: Landschapsbeheer Flevoland, interview van Dicky Meijer met H. van de Wetering, 30 juni 2010.

Alle rechten voorbehouden

Media

dorsmachine Landschapsbeheer Flevoland; D. Meijer