Roel van Duin volgt W.M. Otto op als directeur van de RIJP

In 1976 vertrok W.M. Otto uit de IJsselmeerpolders. De personele unie tussen de functies van directeur van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders en landdrost van het openbaar lichaam ZIJP werd verbroken. Als landdrost werd Otto opgevolgd door Han Lammers, als RIJP-directeur door Roel van Duin. Laatstgenoemde vertelt waarom de personele unie werd verbroken:

Otto, Van Duin en Lammers

W.M. Otto, Roel van Duin en Han Lammers bij de opening van de Agora te Lelystad, augustus 1977. Otto was tot augustus 1976 directeur van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders en landdrost van het openbaar lichaam 'Zuidelijk IJsselmeerpolders'. Van Duin volgde hem op in de eerste hoedanigheid, Lammers in de tweede.

Alle rechten voorbehouden

Het Openbaar Lichaam wilde een veel grotere zeggenschap krijgen over de gang van zaken. Men wilde zich profileren. Men wilde een eigen gezicht. De combinatie Landdrost ZIJP en directeur RIJP in één persoon bepaalde het gezicht van de polder en daardoor kwamen de politici nauwelijks aan de bak en dat riep weerstand op, alhoewel het ook een duidelijk spanningsveld voor de man in kwestie betekende, die moest elke keer bij de een de andere verdedigen en andersom.

Nog voor de start van Almere hebben RIJP en ZIJP samen de regering voorgesteld de bestuursvorm aan te passen, maar men besloot de personele unie te beëindigen. Men splitste de genoemde functies, er kwam een aparte landdrost bij. Die splitsing kwam op het moment dat ik het roer van de RIJP overnam, ik vond dat toen een ramp. Er waren überhaupt geen voorzieningen getroffen, behalve dan de afspraak om periodiek overleg te plegen.

Bron: K.E. Nawijn, Almere, hoe het begon. Achtergronden, herinneringen en feiten uit de eerste ontwikkelingsjaren van Almere (Lelystad 1988) 114.

Alle rechten voorbehouden