Waarom werd het plan van Van Eesteren voor Lelystad verworpen?

In 1959 kreeg de beroemde stedenbouwkundige Cornelis van Eesteren van de regering de opdracht een ontwerp te maken voor Lelystad, de hoofdstad van de IJsselmeerpolders. In juli 1964 diende Van Eesteren zijn definitieve ontwerp in. Een half jaar later werd Van Eesteren door de minister van Verkeer en Waterstaat afgeserveerd. De Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders kreeg de opdracht een ontwerp te maken voor de eerste groeifase van Lelystad. De manier waarop Van Eesteren werd behandeld zet bij stedenbouwkundigen tot op de dag van vandaag kwaad bloed. Chris de Koning, destijds hoofd van de afdeling Niet-Agrarische Vestigingen van de RIJP, denkt er echter wat anders over:

Plan van Eesteren

Zicht op Lelystad volgens het plan van Cornelis van Eesteren.

Alle rechten voorbehouden

[I]k heb de hele discussie over het plan-Van Eesteren en wat er uiteindelijk gebeurd is volop meegemaakt. Als ik dingen over lees heb ik soms het gevoel dat men niet de vinger op de juiste plek legt. Kijk, Van Eesteren had natuurlijk een schitterend plan, maar het was een bureauplan. Het was absoluut gespeend van de realiteit. U moet zich even voorstellen dat wij hier een moeras hadden, met een beetje zand en riet. En daar moest die stad komen. Terwijl er geen mens naar toe wilde. Het stedenbouwkundig plan van Van Eesteren is op zichzelf schitterend gemaakt, vanuit de toen heersende filosofie. Maar hij hield geen rekening met de vraag hoe men de zaak aan de gang kon krijgen. En bovendien, het allerbelangrijkste was: het was kort dag. Er moest begonnen worden. We hadden de druk erachter zitten dat de Flevocentrale, waar iedereen zielsdankbaar voor was, hier kwam. Dat heeft bloed, zweet en tranen gekost. Die jongens waren op tijd, en dat betekende ook dat hier huizen moesten staan.

Nou, dan vind ik de benadering van Otto vrij duidelijk. Hij zei:

“Je moet je even voorstellen dat je, als je de wegen verhoogt (dat was maar een onderdeel van het plan-Van Eesteren, maar er waren meer opmerkingen over te maken) - je dijken hebt liggen waar een weg op ligt. Vervolgens heb je allemaal opgespoten zand. Je kunt niet in het centrum beginnen, want dat moet het duurste deel van de stad worden. Het moet allemaal in anderhalf of twee jaar gebeuren. Een huisvrouw moet boodschappen doen, moet de dijk opklimmen en moet er aan de andere kant af. Dan moet ze door een zandstorm naar de winkel. Als ze terug gaat, moet ze oppassen dat de boterhammen niet uit haar tas waaien.”

Dit om aan te geven wat de realiteit was. Dat is eigenlijk één van de belangrijkste redenen geweest waarom dat plan van Van Eesteren niet doorging.

Er zat dan weer een hele horde architectonische mensen achter. Zij zeiden:

“Hoe bestaat je dat je van die gelegenheid geen gebruik maakt!”

Dat kan ik me ook wel voorstellen. Maar we hadden de opdracht om binnen een paar jaar met een bouwplan van 300 woningen per jaar te komen. Dit was alleen maar om te beginnen, want dit aantal moest groeien naar 1.500. Hoe moet je dat voor elkaar krijgen - want dat was op zich al een hele opgave, en het kostte natuurlijk ook geld - en tegelijkertijd proberen mensen hiernaartoe te halen? Die stonden niet in rijen van drie voor het loket. Dit aspect vind je nergens terug in de verhalen.

Dat is de belangrijkste reden waarom Van Eesteren is afgeschoten. We stonden onder druk, gelet op de tijdspanne die we hadden tussen het starten en de bouw. Want voordat je kunt starten moet je een plan hebben, en een opvatting, en uiteindelijk is dat met een sneltreinvaart voorbereid en tot uitvoering gekomen. We zaten er dus niet op te wachten dat een groep mensen uit idealistische of vaktechnische overwegingen iets veel mooiers vonden. Daar heb je alleen maar last van. Want er lopen altijd wel een paar mensen in de Haagse politiek rond die van niets weten en zeggen: “Ja, maar waarom gebeurt dit eigenlijk niet?”

Bron: Batavialand te Lelystad, Project Genootschap Flevo, Interview met J.C. de Koning, 12 februari 2013.

Alle rechten voorbehouden

Media