Almere onder druk

Discussie over de groei van Amsterdam

Provincie Noord-Holland en gemeente Amsterdam steunden jarenlang het principe van de gebundelde deconcentratie, dat onder meer inhield dat de groei van de bevolking van de Randstad zou worden afgeleid richting de IJsselmeerpolders. In concrete termen betekende dit dat Almere zou worden gebouwd voor de 'overloop' uit Amsterdam. Eind jaren zeventig dreigde Amsterdam de steun voor Almere echter in te trekken. Roel de Wit, toenmalig Commissaris van de Koningin in Noord-Holland, vertelt:

Bouw Almere

Bouwwerkzaamheden in Almere Stad, 1980 (foto D. Huizinga, collectie Rijkswaterstaat, Directie Flevoland).

Alle rechten voorbehouden

We hadden dus een groot akkoord over het model van de gebundelde deconcentratie. Dat is, zoals dat in de politiek soms gebeurt, eind jaren zeventig – modieus naar mijn mening – onder druk komen te staan, met name vanuit Amsterdam. Wethouder Van der Vlis was voorstander van de compacte stad in plaats van het groeikernenconcept. In mijn visie moest die stad niet te groot worden, maar Van der Vlis wilde een grote stad. Hij heeft daar toen met zijn kornuiten en met Jan Schaefer – die zich overigens nuttig maakte met de stadsvernieuwing – een heel grote en naar mijn mening slechte invloed op gehad.

Van der Vlis heeft een zodanige invloed gehad op de fracties in de Staten van Noord-Holland – met name de VVD-fractie, maar ook deels de PvdA-fractie – dat ik als Commissaris van de Koningin geconfronteerd werd met het feit dat de toenmalige VVD-gedeputeerde Ruimtelijke Ordening meeging met Amsterdam. Dat betekende dat wij een eerdere steun aan Almere voor de capaciteit van die stad gingen terugdraaien. Toen heb ik – de enige keer als Commissaris van de Koningin dat ik dat heb gedaan – in een voordracht voor de Staten een minderheidsstandpunt ingenomen. Ik heb gezegd dat ik dat niet kon volgen en daar ook in de Staten tegenin zou gaan, omdat ik het moreel onjuist achtte ten opzichte van de toezeggingen die we in volle overtuiging aan Almere hadden gedaan. Dat ging dus over de capaciteit.

Nu had ik wel veel invloed maar ook weer niet zóveel, en dat moet ook niet als benoemd functionaris. Almere was echter volstrekt onvermijdelijk en dus zakte die hele move van Van der Vlis door de benen. Bij de afgelopen verkiezingen in Amsterdam ging de Partij van de Arbeid tot mijn spijt van 20 naar 14 zetels, maar toen gingen ze van 20 naar 10. Van der Vlis eindigde zijn loopbaan met zijn kornuiten, en toen draaide de zaak natuurlijk meteen om, ook in de Partij van de Arbeid. Dat incident is dus een incident gebleven. Maar voor de geschiedenis het wel de moeite waard, want het is een turning point geweest. Als dat toen plotseling impact had gekregen, had Almere veel minder betekenis gekregen.

Bron: Batavialand te Lelystad, project Provinciewording, interview met R.J. de Wit, 14 april 2010. 

Alle rechten voorbehouden