"Trouw niet met een timmerman"

Woningen in Dronten in de jaren zestig

Mevrouw Hoekstra-Poepjes vestigde zich in 1964 met haar echtgenoot, die bij een bouwbedrijf werkte, in Dronten. De huizen in dit dorp waren voor die tijd comfortabel, maar toch viel er nog wel wat aan te verbeteren.

Interieur Dronten

Interieur van een woning in Dronten, 1965 (foto J.U. Potuyt, collectie RIJP).

Alle rechten voorbehouden

Je kwam binnen in een halletje, met een trap naar boven, links meterkast, WC. Muurtje, keukendeur, keuken, met een gesloten wand. Vanuit die hal de trap. Je kon de trap langs lopen en dan kwam je in de kamer. Dat was een lange pijpenla. [...] Die muur hebben we er later uitgebroken. Dan werd het een soort L-kamer. Daar moest je vergunning voor vragen en dan moest je, als je er uit ging, het weer in de oude staat terugbrengen. Dus al die deuren die uit die kasten kwamen, uit die wand, zijn allemaal naar de vliering gebracht. Maar toen we uiteindelijk weggingen, hoefde dat niet meer. Toen waren er weer andere regels gekomen.

Nou, ik geloof dat er in de kamer twee of drie stopcontacten zaten. Ik heb er hier [in Lemmer] wel achttien, geloof ik. Er waren dus niet zo veel mogelijkheden. Ik weet nog dat ik de klok op de TV had staan. We hadden geen schoorsteenmantel. Dat waren gewoon grijze tegeltjes, met zo'n gat waar dan de kachel voor kan staan met een pijp. Er zaten wel schoorstenen in. Ik wilde daar wel eens een schoorsteenmantel in hebben. Daar heb ik geloof ik vier of vijf maanden op moeten wachten. Ik had zo'n klok met een slinger, dus als je van buiten langs het huis liep, dan zag je altijd die achterkant van die klok op de TV. Dat vond ik een rotgezicht. Er was nooit een stukje hout.

Als je binnen wat gedaan wil hebben, dan moet je niet met een timmerman trouwen. Dan gebeurt er nooit wat. Als die 's avonds thuis komt, heeft hij geen puf meer. Toen kwam hij op een middag thuis en gooide een slof sigaretten of zo op tafel. Toen had hij een schoorsteenmantel gemaakt voor de vrouw van  de conciërge van de huishoudschool. Toen had ik het niet meer. Ik zei:

"Daar zit ik nou al zeven jaar op te wachten!"

Hij gooide het er op dat hij eerst een mooi stukje hout moest vinden.

Dan ging je naar boven. Daar had je een overloop en vier slaapkamertjes en een vrij grote vliering. De trap moest je eruit trekken. En er was nog een schuurtje. Vanuit de keuken kon je in het schuurtje komen. Daar hadden we de wasmachine, een kolenhok. Er zat zo'n hokje in een hoek met een plank er voor, kon je zo onder uit scheppen. Dat was nog in de tijd van de kolen.

Bron: Batavialand te Lelystad, Project Pioniers: eerste bewoners, interview met mevrouw T. Hoekstra-Poepjes, 23 november 1995.

Alle rechten voorbehouden